MIDDELEEUWEN
16E EEUW: RENAISSANCE
aparte pagina
17E EEUW: CONTRAREFORMATIE, VORSTELIJK
ABSOLUTISME, BAROK EN CLASSICISME
aparte pagina
19e eeuw: romantiek, realisme, naturalisme,
symbolisme
geschiedenis
In 1789 brak in Frankrijk de Revolutie uit. Frankrijk
werd een republiek. Het radicale bewind maakte veel slachtoffers. Na deze
terreur greep de Napoleon de macht. Hij kroonde zichzelf tot keizer en werd
buitengewoon populair. Hij veroverde een groot deel van Europa. Om ook Engeland
op de knieën te krijgen, ging hij over tot een economische boycot van dat land
door middel van het continentaal stelsel: niemand mocht handel drijven met Engeland.
Hij slaagde niet in zijn opzet. Met de Russische veldtocht van 1812 begon de
ondergang van Napoleon. Hij werd tenslotte in 1815 bij Waterloo definitief
verslagen.
Na Napoleons dood word de monarchie weer in ere
hersteld. In 1848 wordt de laatste koning verjaagd en wordt Frankrijk weer een
republiek (2e republiek). Van 1852 tot 1870 was er weer een keizer maar na de
nederlaag tegen Duitsland in de oorlog van 1870 moest de keizer aftreden. Na
die oorlog van 1870 was in Parijs een volksopstand uitgebroken, de Commune.
Deze werd bloedig onderdrukt. Voorlopig wist de burgerij met haar
kapitalistische en liberale denkbeelden de macht nog te behouden. Vervolgens
werd Frankrijk weer een republiek (3e republiek), wat het sindsdien is
gebleven.
1804 - 1814 1e Keizerrijk: Napoléon
I
1814 - 1830 Restauratie (van de
monarchie) Louis XVIII en Charles X
1830 - 1848
Julimonarchie: Louis-Philippe
1848 - 1852 2e
Republiek: Louis-Napoléon Bonaparte
1852 - 1870 2e Keizerrijk: Napoléon
III
1870 - 1940 3e Republiek:
Thiers, Ferry, Gambetta e.a.
De 3e Republiek was een tijd van belangrijke
ontdekkingen en uitvindingen zoals die van de elektriciteit, de telefoon, de
fotografie en de motor. Geen wonder dat het zelfvertrouwen en het geloof in de
vooruitgang in het laatste kwart van de eeuw geen grenzen kenden. Zo kan de
Eiffeltoren worden beschouwd als een symbool van een tijd van ongekende
mogelijkheden, van luxe, comfort, van leven in een roes van ongekende
gelukzaligheid, kortom van "la Belle Epoque".
20e EEUW
Geschiedenis (tot 2e WO)
In de 19e eeuw had er in Europa een industriële
revolutie plaatsgevonden. Er kwamen allerlei nieuwe producten op de markt zoals
staal, olie en elektriciteit, telegraaf, telefoon en radio, aluminium,
aspirine, kunstmest. In grote lijnen kun je zeggen dat Europa zich losmaakte
van de rest van de wereld en een ander levenspatroon ging ontwikkelen. Aan het
begin van de 20e eeuw duurt de roes van "la Belle Epoque"
onverminderd voort. De betere kringen genieten volop van de verworvenheden van
de techniek. Deze overdaad contrasteert schril met de armoede van de rest van
de bevolking. Zij verdoezelt ook minder aangename zaken die zich intussen op
politiek en maatschappelijk gebied afspelen: de Dreyfussaffaire, de scheiding
van Kerk en Staat, de revolutie in Rusland. Allemaal dingen die het Frankrijk
in een conservatief-klerikaal en een progressief-antiklerikaal blok verdelen.
Franse Literatuur (tot 2e WO)
De literatuur draagt van dit alles de sporen:
· In de
romans nabloei van de literaire stromingen uit 19e eeuw, maar ook
· gaan
veel schrijvers zich bezighouden met de zojuist genoemde politieke en sociale
problemen. Men spreekt van een geëngageerde roman als de auteur getuigt van
zijn maatschappelijke betrokkenheid: opkomst socialisme, Eerste Wereldoorlog, …
· het
serieuze drama komt weer in zwang als spreekbuis van politiek en moreel
engagement, bijv. Antigone van Anouilh.
· Onder
invloed van de psychoanalyse (Freud) vernieuwt de psychologische roman zich;
ook romanschrijvers gaan hun inspiratie zoeken in de geheimzinnige wereld van
het onderbewuste en de droom. Alain-Fournier beschrijft in le Grand Meaulnes de
wereld van een opgroeiende jongeman, waarin droom en werkelijkheid met elkaar
verweven zijn. Marcel Proust graaft met perfecte precisie zijn verleden op in A
la recherche du temps perdu, waarin hij zijn onderbewuste "ik" laat
herleven.
· Een
aantal schrijvers heeft geprobeerd in omvangrijke romancycli een allesomvattend
beeld te schetsen van het leven in Frankrijk en in Europa in de eerst decennia
van deze eeuw. Dit genre noemen we roman-fleuve. Ook “A la recherche du temps
perdu” kun je hiertoe rekenen.
· De
Eerste Wereldoorlog betekende een keerpunt in de poëzie. Zij was oorzaak van
het ontstaan van twee revolutionaire stromingen:
Volgens de dadaïsten past in deze chaotische wereld
chaotische kunst. Protest, lawaai en verwarring zijn het doel. De invloed van
het dadaïsme is van korte duur geweest.
Het surréalisme is een logisch vervolg op symbolisme.
Men probeert achter de waarneembare werkelijkheid het veel grotere
onderbewustzijn te ontdekken. Om die ervaringswereld te bereiken, moet men
technieken gebruiken als delerium, droominhouden, hysterie. Het surrealisme
heeft het gezicht van de 20e eeuwse poëzie voor een groot deel bepaald. Desnos,
Jacob, Eluard, Aragon, Prévert, Breton
Franse Literatuur
Dit vindt uiteraard zijn weerslag in de literatuur.
Tot nu toe hadden we aan één enkel woord genoeg: Renaissance, Classicisme,
Verlichting, om een hele eeuw te definiëren. Voor de 19e eeuw hebben we 4
begrippen nodig:
Romantiek loopt vrijwel parallel
met Restauratie
Realisme
,,
Julimonarchie
Naturalisme ,, 2e Keizerrijk
Symbolisme ,, 3e Republiek
De genoemde stromingen overlappen en beïnvloeden
elkaar.
Romantiek…
De romantiek is een reactie op de 18e eeuwse
overheersing van de rede. Deze stroming is in Engeland en Duitsland begonnen,
maar werd in Frankrijk door Rousseau ingeluid. De romanticus lijdt aan een
gevoel van diepe melancholie, doordat hij ontevreden is met de tijd en de
samenleving waarin hij leeft (mal du siècle / Weltschmerz). Hij vlucht daarom
voor de werkelijkheid in:.
- het
verleden: De historische roman speelt een belangrijke rol in de Romantiek.
Tijdens de Romantiek vond er een herontdekking van de christelijke Middeleeuwen
plaats. Die tijd verenigde meerdere Romantische thema's in zich: het is een
combinatie van mystiek en een vlucht in de tijd. Goede voorbeelden zijn De
Klokkenluider van de Notre Dame (Notre Dame de Paris) van Victor Hugo en het
werk van Alexandre Dumas père, o.a. De drie musketiers (Les trois
mousquetaires) en De graaf van Monte-Cristo (Le Comte de Monte-Cristo).
- de
natuur: Werd de natuur in de Verlichting
beschouwd als ongeordende dat bestreden moest worden, tijdens de Romantiek werd
ze afgeschilderd als spiegel van de ziel. Men had een voorkeur voor locaties
als ruïnes, berglandschappen (liefst door de maan beschenen), afgronden,
watervallen, enz.
- verre
landen: Carmen van Prosper Mérimée speelt zich in Spanje af.
-
mysterie: Er was een ware hang naar alles wat werd ingegeven door de
verbeelding, dromen, mysteries, het fantastische en het metafysische.
-
godsdienst: Het christendom, door de Verlichting beschouwd als
obscurantisme, werd weer met open armen binnengehaald, als iets wat hoop kan
geven op verlossing van het pijnlijke bestaan.
- de
toekomst
- liefde
en hartstocht; er wordt van uitgegaan dat een mens uit twee delen bestaat,
namelijk ziel en lichaam. In het liefdeleven van de mens bestaat dan ook uit
een zinnelijke en een niet-zinnelijke liefde. Die eerste is van ondergeschikt
belang.
De roman is de favoriete literaire vorm van de
Romantische schrijvers: het is het genre dat aan de minste conventies dient te
voldoen.
Eén van de sleutelfiguren, zo niet de sleutelfiguur
van de Franse literatuur in de 19e eeuw is Victor Hugo. In de
literatuurgeschiedenis wordt hij doorgaans tot de romantische
schrijvers/dichters gerekend, maar in zijn
latere carrière begint zijn werk meer realistische trekken te vertonen, waarbij
er een terugkeer plaatsvindt naar een realistische beschrijving van het heden.
Hoewel de taal en de emoties in Les Misérables (1862) uit de Romantiek komen,
is het onderwerp van de roman (armoede, een volksopstand in 1832, justitiële
misstanden) realistisch te noemen. De inspiratie hiervoor kwam duidelijk voort
uit zijn andere belangrijke bezigheid: naast zijn carrière als schrijver was
Hugo ook een invloedrijke politicus. In die hoedanigheid heeft hij trouwens
meerdere keren het land moeten ontvluchten en hij is zelfs verbannen geweest.
…Realisme…
…Naturalisme…
…en Symbolisme
Geschiedenis in het kort (Tweede Wereldoorlog tot
heden)
De Eerste Wereldoorlog liet diepe wonden na, maar de
Tweede Wereldoorlog betekende een nog oneindig veel heviger schok. De
verschrikkingen van concentratiekampen en atoombom bracht sommige mensen tot
het besef te leven in een absurde wereld waarin hij totaal op zichzelf is
teruggeworpen. Hij heeft dan twee keuzemogelijkheden:
1. moreel en politiek engagement, waardoor de mens
zelf het leven zin geeft (existentialisme)
2. accepteren dat het leven absurd is en dit weergeven
in de literatuur (absurdisme)
Franse Literatuur (Tweede Wereldoorlog tot heden)
Existentialisme: Het wezen (essence) van de mens is
geen gegeven, maar de mens is zelf, door zijn handelen, verantwoordelijk voor
de inrichting van zijn eigen leven (existence). Kortom: l'existence précède
l'essence. De mens is dus vrij om zijn eigen leven te bepalen, maar hij is ook
verantwoordelijk voor wat hij doet, hoewel hij geen inzicht heeft in het
handelen van zijn medemensen. Deze verpletterende verantwoordelijkheid vervult
de mens met walging (nausée). Jean-Paul Sartre is een van de voornaamste
vertegenwoordigers van deze stroming. Zijn tijdgenoot Albert Camus hangt een
minder sombere visie aan. Weliswaar is het bestaan zinloos (zoals in
L'Etranger) maar de menselijke solidariteit kan deze oorspronkelijke
zinloosheid kan overstijgen, zoals de dokter in La Peste laat zien.
Absurdisme: “L'homme absurde” is de mens die de mens
niet begrijpt, wiens levensvragen onbeantwoord blijven.
Toneel: Samuel Beckett, Eugène Ionesco
Roman: Albert Camus L'Etranger
De turbulente geschiedenis van de 20e eeuw brengt nog
steeds heel wat schrijvers tot een politieke betrokkenheid engagement, minstens in hun schrijven, soms
ook in hun handelen. Politiek geëngageerde literatuur beoogt sociaal nut, ze
wil de wereld veranderen. De eerste bedoeling van de schrijvers is een
boodschap overbrengen in plaats van vormvernieuwing. Typische genres zijn het
pamflet, de thesisroman, politiek theater. Dat "utilitarisme" belet
overigens niet dat sommige werken uitzonderlijke literaire kwaliteiten
bezitten. Thema’s: oorlog, opstand in
Indo-China (Vietnam) en de breuk met Algerije, vrouwenemancipatie.
Een groot aantal auteurs blijft zich bezig houden met
de traditionele romankunst, wat betekent dat intrige en karakterbeschrijving
centraal blijven staan (Marguérite Yourcenar, Michel Tournier, Françoise Sagan,
…). De adepten van de nouveau roman rekenen echter af met de traditionele
ingrediënten van de literatuur. In de nouveau roman zit geen logica, geen
psychologische karakterontwikkeling, maar een overvloed van neutrale
beschrijvingen van voorwerpen en details en een onderzoek naar de taal. Alain
Robbe-Grillet, Michel Butor. Het werk van Marguérite Duras vertoont veel
overeenkomsten met de nouveau roman.